Dierbare broeders en zusters in Christus,
Ik wens jullie allemaal een vrolijk Pasen. Mogen de zegeningen van Pasen uw harten en huizen vullen! Het feest van Pasen brengt altijd licht te midden van duisternis, vreugde te midden van verdriet en hoop te midden van gebrokenheid.
De in 1991 overleden katholieke aartsbisschop van Hartford, John Whealon, had een kankeroperatie ondergaan die resulteerde in een permanente colostoma toen hij deze zeer persoonlijke woorden schreef in een van zijn laatste paasboodschappen:
"Ik ben nu lid van een gezelschap van mensen die geraakt zijn door kanker. Ons symbool is een feniks, een vogel uit de Egyptische mythologie.
Rond het jaar achtduizend voor Christus leefde er een Griekse dichter genaamd Hesiodus. Hij dichtte over de feniks en vertelde ons dat de vogel, wanneer hij voelde dat zijn dood nabij was (elke 500 jaar), weg zou zijn gevlogen naar Fenicië, daar een nest gebouwd zou hebben van aromatisch hout en zichzelf uiteindelijk in brand gestoken zou hebben. Maar zodra de vogel door de vlammen verteerd werd, ontstond er een nieuwe feniks uit de as. De feniks symboliseert daardoor onsterfelijkheid, opstanding uit de dood en een leven na de dood. Het is de perfecte belichaming van de paasboodschap; Jezus gaf Zijn leven op en uit het graf werd Hij op de derde dag weer tot leven gewekt. Nieuw leven verrijst uit de as van de dood.
Tijdens het paasfeest vieren we de overwinning van Christus op de dood, het geschenk van eeuwig leven voor allen die in Jezus geloven. Daarom was de feniks een van de eerst gebruikte symbolen van de verrezen Christus. In de feniks kunnen we ook de symboliek herkennen van ons eigen pad naar nieuw leven. Elke dag verrijzen we, net als de feniks, uit de as van de zonde en schuld en worden we door onze levende Heer en Verlosser verfrist en ver-nieuwd met Zijn vergeving en de verzekering dat Hij nog steeds van ons houdt en ons de kracht zal blijven geven die we nodig hebben."
Hoewel de zieke aarts-bisschop had kunnen leven in een somber graf van zelfmedelijden, hopeloze nederlagen en chronisch verdriet, opende zijn geloof in de verrezen Heer zijn ogen voor een nieuwe visie op het leven.
Toch zullen veel mensen je vertellen dat "op basis van menselijke logica" de verrijzenis geen nut dient en daardoor moeilijk te geloven is. Er zijn voor ons echter tal van redenen om in de opstanding van Jezus te geloven:
- Jezus getuigde zelf van zijn opstanding uit de dood [Marcus 8:31].
- Het graf was leeg op Paaszondag [Lucas 24:3]. En hoewel de bewakers beweerden dat de discipelen van Jezus het lichaam hadden gestolen [Mattheüs 28:13], wist elke verstandige Jood dat het voor de doodsbange discipelen van Jezus onmogelijk was om het lichaam van Jezus te stelen uit een graf dat werd bewaakt door een 16-koppig team van gewapende Romeinse soldaten.
- Het aanvankelijke ongeloof van Jezus' eigen discipelen in zijn opstan-ding, ondanks zijn herhaalde verschijningen. Dit dient als een sterk bewijs van zijn opstanding. Het verklaart immers waarom de apostelen pas begonnen met het verkondigen van de opgestane Christus nadat ze op de Pinksterdag de zalving van de Heilige Geest hadden mogen ontvangen.
- De transformatie van Jezus' discipelen zelf: de discipelen van Jezus veranderden van hopeloze en angstige mannen na de kruisiging [Lucas 24:21; Johannes 20:19] in zelfverzekerde en moedige getuigen van de opstanding nadat de Heilige Geest tot hen gekomen was [Handelingen 2:24; 3:15; 4:2].
- De joden en de Romeinen konden de opstanding van Jezus niet weer-leggen door anderen Zijn dode lichaam te laten aanschouwen.
- De apostelen en vroege christenen zouden het martelaarschap nooit aanvaard hebben wanneer ze niet zeker waren van de verrijzenis. Zouden mensen immers hun eerdere religieuze overtuigingen over verlossing opgeven? Hun carrière, huis en gezin verlaten, naar de uitein-den van de aarde gaan en een gruwelijke pijnlijke dood sterven? Wanneer dat allemaal slechts zou zijn om een leugen te beschermen? Hoewel ze werden onthoofd, aan leeuwen gevoerd, in olie gekookt, ondersteboven gekruisigd of levend verbrand, veranderde geen enkele van hen hun verhaal. In plaats daarvan zongen ze hymnen van vertrouwen en lofprijzing, wetende dat de Heer die de dood versloeg hen ook zou verwekken.
- De ommezwaai van de apostel Paulus van het vervolgen van christenen tot de ijver van een apostel om het Goede Nieuws van Jezus te prediken in een groot deel van de heidense wereld, ondersteunt de waarheid van Jezus' verrijzenis [Galaten 1:11-17; Handelingen 9:1; Handelingen 9:24-25; Handelingen 26:15-18].
- Alleen al het bestaan van een bloeiende vroegchristelijke Kerk, die dapper drie eeuwen van vervolging onder ogen zag, ondersteunt de waarheid van de verrijzenis.
- Zij die getuigen in het Nieuwe Testament dragen niet het stempel van gedupeerden of bedriegers.
- De apostelen en de vroege christenen waren overtuigd van de verrijzenis van Jezus. “Hoe kunnen sommigen onder jullie zeggen dat er geen opstanding is? Als Christus niet is opgewekt, dan heeft wat wij prediken geen waarde; zo ook uw geloof; als Christus niet is opgewekt, dan heeft ook uw geloof geen waarde; Je leeft nog steeds in zonde." [1 Korintiërs 15:12-18].
Broeders en zusters, vanwege wat er aan dat kruis en in dat graf gebeurd is, zo'n 2000 jaar geleden, hebben we God de Vader goed mogen leren kennen, wandelen we dagelijks met Christus en worden we voor eeuwig geleid door de Heilige Geest. Dat is de waarheid, en wat een mooie waarheid is het.
Moge de verrezen Heer een levende ervaring voor je zijn, die tot elk deel van je leven doordringt, je zegent, je versterkt, je inspireert, je leidt en je ondersteunt.
Pastor Babu