LIEFDE.....

‘Zegt u wel eens tegen anderen dat u van ze houdt?’ Ik stelde de vraag aan iemand die in de eindfase van haar leven was. Zij was op die vraag niet voorbereid, maar ik merkte dat ze aankwam. Ik weet hoe belangrijk dit onderwerp is. In bijna elk gesprek dat ik heb ter voorbereiding van een uitvaart, komt het ter sprake. ‘Heeft de stervende vader nog gezegd dat hij van me hield? Kon de moeder het nog horen toen de kinderen bij haar afscheid snikten hoeveel ze van haar gehouden hadden? Tegelijkertijd kan de liefdesvraag overrompelen. Ik realiseer me dat vooral ouderen het te weinig doen. Het was vroeger ook geen deel van de opvoeding.

Verjaardagskaart

Een tijdje geleden had ik een gesprek met een slim jongetje. Hij overwoog mee te doen aan de eerste communie, maar hij was nog niet gedoopt en zijn moeder liet hem daarover nadenken. Hij had gehoord dat je bij de doop ‘een kind van God’ werd. ‘Maar alle kinderen waren toch kinderen van God?’ Dus waarom moest je dan nog gedoopt worden? ‘Kijk’, zei ik, ‘als wij vriendjes waren en jij was jarig, dan zou ik je een mooie kaart kunnen sturen met een giraf erop en in gouden letters: “proficiat met je verjaardag”. Dan zou je blij zijn! Als ik de kaart níet stuur, dan ben je evengoed jarig, maar die kaart maakt toch het verschil...!’ Hij knikte. ‘Alle kinderen zijn “kind van God”, maar als we het laten zien en het hardop zeggen, dan verandert er iets tussen ons en God.’


Hou je van me?

‘Hou je van me?’, vraagt Jezus aan Petrus. Hij vraagt het drie keer en dat irriteert Petrus. Misschien plaagt Jezus hem wel, omdat hij eerder drie keer door hem verloochend was. Let wel, deze erkenning van hun bijzondere vriendschap wordt uitgesproken ná Jezus’ dood, in een visioen, in een spirituele ontmoeting... dat is interessant. In het evangelie bij Marcus, Mattheüs en Lucas krijgt Petrus ook een bijzondere verantwoordelijkheid opgedragen voor de gemeenschap van de gelovigen, maar bij hen vraagt Jezus iets anders, namelijk: ‘wie bén ik volgens jullie?’ Hij vraagt naar hun geloof. Johannes de evangelist graaft dieper. Hij laat Jezus niet hun visie peilen, hun geloof, maar naar hun liefde. Die maakt een leerling tot leerling.

Omgorden

Jezus stelt de vraag in het openbaar. De anderen mogen het horen. Het gezag van Petrus moet gebaseerd zijn op zijn liefde. Het leven zal zwaar genoeg worden. En dan besluit Johannes met een zinnetje dat misschien nog veel meer herkend is. ‘Toen je jong was deed je zelf je broek aan, en fietste waarheen je maar wilde. Als je oud bent, komen anderen je aankleden en ze brengen je naar een kamer waar je niet wilt zijn....’ Petrus deed het ermee. Als er liefde is, is al het andere bijzaak…

Diaken Albert Soeterboek